Wie ben ik als moeder

Toen ik moeder werd wist ik maar één ding zeker, en dat was dat ik borstvoeding wilde geven. Dat had ikzelf ook een jaartje gehad (ik ben van net vóór de opkomst van de flesvoeding). Maar verder wist ik niks. Ook niet van bevallen trouwens. Hoewel mijn intuïtie mij ruim van te voren gewaarschuwd had voor deze bijna gepensioneerde verloskundige, was ik toch te bang haar voor het hoofd te stoten en liet ze me tijdens de bevalling alles doen wat slecht was voor mij. Ik bleef met een een gewond lichaam en een kerngezonde baby achter.
 
Zo geweldig als het tijdens de zwangerschap met me ging, zo beroerd was ik er aan toe na de bevalling; veel bloed verloren, een flinke verstopping en een hoge urineweginfectie waren de high-lights van mijn 'roze wolk'. Dat laatste betekende een antibioticakuur en dat staat bij mij altijd garant voor een schimmelinfectie. Lekker als je borstvoeding geeft! Vervolgens kreeg ik de ene na de andere borstontsteking maar ontdekte ik tevens hoe ontzettend veel doorzettingsvermogen ik als moeder bleek te hebben. Ik was vastbesloten om de borstvoeding voor elkaar te krijgen. En godzijdank was daar het internet. Ik heb me scheel gelezen. Eerst voornamelijk over borstvoeding, maar van het één kwam het ander en kwam ik ook van alles tegen over het dragen van baby's, natuurlijk ouderschap, het belang van "attachment", de taal van baby's, het belang van je intuïtie als moeder enzovoort enzovoort.
 
Langzaam kwam ik steeds meer in contact met mijn moederkracht, laat ik het zo maar noemen. Moederkracht is tegelijk zacht maar ook stevig. Het is weten wat je moet doen om te zorgen dat het goed gaat met je kind. Het is nergens te leren, want er is geen moeder gelijk, en er is geen kind gelijk. Maar dat ik meer in contact kwam met mijn moedergevoelens betekende niet dat het er makkelijker op werd. Tegelijkertijd merkte ik namelijk hoe mijn keuzes als moeder op afkeuring van de buitenwereld konden rekenen. Als ik in Afrika was geboren, had niemand er raar van op gekeken dat ik mijn zoon droeg toen ie één jaar was. Maar aangezien ik in West-Europa woon, werd ik soms bewonderend maar vaker raar aangekeken met een kind van anderhalf op mijn heup en zat ik gelijk in de alternatieve hoek. En ik wil helemaal niet in een hoek! :-) 
Hetzelfde geldt voor borstvoeding: de World Health Organization adviseert tenminste 2 jaar borstvoeding te geven maar in ons lieve Nederland is het sinds de flesvoedingsrevolutie vreemd om je kind nog na 6 maanden aan de borst te hebben. Langzamerhand groeide het vertrouwen in mezelf als moeder en kon het oordeel van de buitenwereld me steeds minder schelen. Niet dat het me koud laat, ik blijf net als iedereen een groepsdier, maar het verlangen om te doen wat ik zélf goed vind is inmiddels sterker dan de sociale druk.